top of page

Ik zoek specifiek het woord...

52 results found with an empty search

  • Jezelf kunnen zijn

    #ffhelemaaljezelf kunnen zijn, is wat mij betreft van levensbelang. Ik begrijp dan ook niet dat er (veel) mensen zijn die anderen willen en kunnen schaden op basis van wat dan ook. Als je constant moet verbergen wie je bent, hoe je bent en hoe je wilt zijn, eet je jezelf beetje bij beetje op. Als je constant op je tenen moet lopen omdat je (bang bent dat) je niet geaccepteerd wordt, misschien wel tot levensbedreiging aan toe, verlies je constant kleine stukjes van jezelf totdat er geen energie en mogelijkheid tot genieten meer in zit. Of dit nu gaat over seksualiteit, geaardheid, religie, huidskleur, sociale energie, ambitie, emoties of fucking haarkleur… Laten we alsjeblieft stoppen met bang zijn voor dingen – en vooral mensen – die anders zijn dan wijzelf. Ik snap héél goed waar racisme, seksime, jaloezie en angst vandaan komen en hoe die zich schadelijk kunnen uiten. Het komt voornamelijk neer op zelfbescherming. Alles wat onbekend voor ons is, zijn we van nature voorzichtig mee. Je bedreigd voelen, laat je rare dingen doen. Als mens zijn we echter in staat om een stapje verder te denken en niet puur op het basale instinct te handelen. Maar als je niet begrijpt waarom je op een bepaalde manier over dingen denkt, kan je er ook niets mee doen. Aan die kennis wil ik graag bijdragen. ‘Waarom doen we wat we doen en denken we hoe we denken?’ Zo ook: ‘Ik merk dat ik me bedreigd of voel of dat ik iemand verafschuw…. Waarom eigenlijk?’ Die WAAROM-vraag stellen te veel mensen wat mij betreft te weinig over hun eigen gedrag. Dus. Hoe gaan we dat globaal voor elkaar krijgen? (Mijn acteerdocent zei ooit dat als alle wereldleiders eens per week een acteerles zouden doen, het een heel andere wereld zou zijn, en daar ben ik het wel mee eens eigenlijk!) #purplefriday #ffhelemaaljezelf #jezelfzijn #seksualiteit #lgbtqi+ #bedreiging #vrijheid #zelfvertrouwen #respect #acceptatie #gedrag #beleving #psychologie #why #waarom #paars #paarsevrijdag #purplehair #zelfkennis #zelfuiting

  • Op de foto gaan, eng?

    Hij grijpt mijn arm en sleept me naar de kruk. Daar zit ik dan ineens. Midden in de kamer, tussen een zwart doek, een lamp en een reflector. Ook krijg ik nog een stapel koffers voor me geschoven. Of ik daar mijn voeten op kan zetten. Dat kan ik. Tot nu toe hadden de fotograaf en ik vooral zitten praten over websites, studiolocaties en hoe hij zijn fotoshoots aanpakt. Nou, blijkbaar ga ik dat nu meemaken. Het is niet de eerste keer dat ik voor de camera van een professionele fotograaf sta. Sterker nog: ik heb zowaar een keer op de cover van een tijdschrift gestaan (de Vriendin, hihi). Ook is het niet de eerste keer dat ik in een fotostudio sta. En toch blijft het spannend. Sommige mensen vinden het überhaupt intens vervelend om op de foto te gaan. Ik ben niet een van die mensen. Ik vind het zelfs leuk om op de foto te gaan. Om mee te werken aan gave beelden. In de hoogtijdagen van [Land]’s Next Top Model – precies mijn puberteit – ambieerde ik dan ook om zelf model te worden. Ik verslond alle seizoenen van de programma’s uit alle landen en vond vooral de afleveringen met de fotoshoots het gaafst. De reality-drama waar velen juist goed op gingen, boeide me echt niet. Ik wilde vooral zien hoe het eraan toeging ‘behind the scenes’, om vervolgens het eindresultaat extra te kunnen bewonderen (of bekritiseren). Maar hoe leuk ik het ook vind, tóch word ik er nog steeds (initieel) ongemakkelijk van als ik de enige ben die in de spotlight staat. Hoe leuk ik het ook vind, tóch word ik er nog steeds (initieel) ongemakkelijk van als ik de enige ben die in de spotlight staat. Niet omdat ik vind dat ik er niet uitzie, maar omdat mijn hoofd intense overuren gaat draaien, ongeacht of het gaat over een vakantiekiekje of een studiofoto. Hoe ziet de achtergrond eruit? Hoe zit mijn haar? Klopt de compositie wel? Staan de instellingen wel goed? Doet mijn wenkbrauw weer rare dingen? Deze trui vond ik laatst heel oubollig staan op foto’s, kan ik die nog uitdoen? Shit, deze kant van mijn gezicht is uitdrukkingsloos. Zit ik nu te veel stil? Moet ik wat meer houdingen uitproberen? Volgens mij moest ik juist zo blijven zitten. Toch? Gelukkig weten professionele fotografen heel goed waar ze mee bezig zijn. Over compositie, instellingen, haar, kleding, houding, etc. hoef jij je – in tegenstelling tot de vakantiekiekjes, waarbij eigenlijk vooral je natuurlijke ‘aire’ van genieten het belangrijkste is – geen zorgen te maken. In ieder geval niet als je het werk van die fotograaf heel goed vindt en zijn/haar/hun stijl bij jou past. Dus vind je het eng of vervelend om op de foto te gaan? Relax, luister, vertrouw, werk mee en geniet (!) en je zult een resultaat krijgen waarvan je zelf ook zult zeggen: ‘wow’. Thanks, John! ----- Meer tof werk van hem zien? Zie zijn Instagram.

  • Toch weer solliciteren bij Sinterklaas?

    Terwijl ik fris gedoucht na het squashen mijn iPad en journal op de leestafel van de sportschool leg, wordt de hippe loungemuziek die al de hele ochtend speelt abrupt, mid-nummer, vervangen door een dance-remix van ‘Zie ginds komt de stoomboot’. We worden gepest, hoor, denk ik. Het blijft namelijk niet bij één nummer. Ik luister onvrijwillig en wat verbouwereerd verder. Wat ís dit?! Sinterklaas en Piet op de melodie van Euforia? Echt? En waarom nu al? Drie nummers later realiseer ik me ineens dat het vandaag ook echt al 5 december is. Ah. In tegenstelling tot nu – jeez, wat gaat de tijd snel – leefde ik tot mijn zevende vol enthousiasme toe naar deze datum. Zo heb ik volgens mij oprecht ooit in juni al gevraagd of ik mijn schoen mocht zetten. Ging het me dan om de kadootjes? Ja, waarschijnlijk wel. Onder andere. Verwend kreng dat ik was, kreeg ik de eerste decemberdagen namelijk al dagelijks kleine en lekkere dingetjes in de schoen, om vervolgens op de vijfde óók nog eens een gigantische zak met cadeautjes geleverd te krijgen. Ging het schoenzetten me om de cadeautjes? Onder andere. Toch ging het me blijkbaar om meer. Ik hield ontzettend veel van paarden en vond het dan ook een eer om Schimmel te helpen voederen met de schaaltjes water en de appels en wortelen die ik in mijn schoen propte. Dat beestje werkte dan ook erg hard voor Sint en de Pieten. En dat wilde ik óók heel graag doen. Zo heb ik ooit het fruit voor de vierbener vergezeld met een briefje voor Sinterklaas, om te solliciteren voor de Pietenacademie. Naast dol op paarden, was ik namelijk ook dol op turnen. En optreden. En wat wilde ik graag, net als de Pieten, bij de aantocht meedoen met het doen van kunstjes en dansjes terwijl iedereen stond te lachen en klappen! Wat leek me dat tof! Totdat het bleek dat ik eigenlijk heel bang was. Voor onvoorspelbare paarden en voor te moeilijke kunstjes. En voor het verlaten en het teleurstellen van mijn ouders. Na heimwee bij het zoveelste logeerpartijtje en de realisatie dat school toch ook wel heel erg belangrijk was, heb ik dus maar weer een briefje in mijn schoen gestopt. Dit keer met de terugtrekking van mijn kandidaatstelling. Dat ik me had bedacht. Ik ‘wouw’ toch geen Piet meer worden. Wat wilde ik graag meedoen met het doen van kunstjes en dansjes terwijl iedereen stond te lachen en klappen! Totdat ik te bang bleek. Ik snap het nog steeds niet. Het meisje dat toen al zó graag op een podium stond – voor velen de grootste nachtmerrie – was zó bang voor al het andere. Kwam dat door mij? Kwam dat door het feit dat ik altijd voor alle mogelijke risico’s van ALLES gewaarschuwd werd? Was ik echt bang? Of had ik gewoon héél vroeg afgeleerd om risico’s te nemen? Was ik echt bang? Of had ik gewoon heel vroeg afgeleerd om risico's te nemen? Ruim twintig jaar later, en minimaal één burnout verder, realiseerde ik me (pas) dat ik koudwatervrees had. Letterlijk een vrees voor koud water – niet raar voor een eilandmeisje –, maar ook voor het buiten mijn comfortzone treden op elke andere manier. Terwijl die comfortzone eigenlijk helemaal niet zo comfortabel was. Die comfortzone was verstandig. Die comfortzone was gericht op doen wat er verwacht en gevraagd werd. Op het stampen van de tafels en spellingregels in plaats van het volgen van mijn hart naar de Pietenacademie. Rond deze tijd vorig jaar drong dat pas écht tot me door. Vandaar dat ik begin dit jaar het roer omgooide. Dag hoofd en hallo hart. Dag ‘volgens de regeltjes leven’ en hallo ‘minder geven om spelfouten in berichtgevingen’… Okay, daar moet ik nog echt even aan werken, maar die Pietenacademie en weer meer entertainen klinken nu helemaal zo raar nog niet. "Ja Siiiiiiiiiiiiiiinterklaaaaaaaaaaaaaaaaaaas..." Deze muziek wel. Ah. Gelukkig. De muziekbeheerder vindt de Sinterklaasbeats nu ook wel weer genoeg geweest. De loungemuziek gaat weer aan en ik zucht van opluchting. Nog even hiervan genieten. Straks gaat Mariah Carey waarschijnlijk weer aan.

  • Caribische studenten helpen: poging N+1

    Kijk haar zitten dan. Een comfortabel levend, wit, graag-pratend tweedejaars-studentje dat veilig in haar studiootje, met voeten op de stoel en een kop thee naast zich, aan de wereld zit te vertellen hoe zij haar overstap van Curaçao naar Nederland heeft ervaren. Een lastige overstap met veel om op te letten en aan te wennen. “Superstoer dat je zo alleen naar een ander land bent verhuisd! Vond je dat niet moeilijk?!” Ik hoor het veel mensen direct weer zeggen en vragen. Mua, het was een hoop gedoe, maar het was niet moeilijk. Voor mij dan. Van wat ik me herinner. Oja, ik was dat studentje. Alleen verhuizen naar een ander land was een hoop gedoe, maar niet moeilijk. Voor mij dan. Als ‘yu di korsou’ (‘kind van Curaçao’, ofwel ‘geboren en getogen Curaçaoënaar’) droeg ik in 2011 al bij aan het project ‘Van Curaçao naar Leiden’, een initiatief van de universiteit met als doel om de uitval van Caribische studenten te verminderen. Twee jaar later – net als het geval is bij de meeste gesubsidieerde projecten – werd het project gestopt. Er was niet genoeg animo. De evenementen die georganiseerd werden, werden onvoldoende bezocht. De hand die werd uitgestoken, werd niet gegrepen. Aldus de Leidse organisatie. Nu – ruim twaalf jaar later en meerdere lokale pogingen verder – wordt er koninkrijksbreed een nieuwe beurs in het leven geroepen. Eentje die het studiesucces van Caribische studenten zou moeten verbeteren. Omdat zeven van de tien Curaçaose jongeren (het grootste aandeel van de Caribische studenten) het blijkbaar nog steeds niet redt in het Nederlandse. En hoe doen ze dat? Door het voor (een subgroep van 120 man van) alle studenten uit het koninkrijk mogelijk te maken ergens anders in het koninkrijk of Europa te proefstuderen. Allemaal. Niet alleen de Caribische studenten. Klinkt als een topplan. Toen ik meer dan een decennium geleden met mijn jonge, onschuldige koppie mijn ervaringen deelde op YouTube, was ik me al bewust van wat er fout ging. Ikzelf had het namelijk – als sociale koninkrijksemigrant van Nederlandse ouders, die de taal goed beheerste, de Nederlandse cultuur ietsje meer had meegekregen en het me kon veroorloven om een studio in het hartje van een studentenstad te krijgen – een stuk minder moeilijk dan de andere ‘kinderen van de eilanden’. Ik had misschien wel moeite met fietsen en een gigantisch vooroordeel over individualistische, drukke en asociale Nederlandse mentaliteit, maar doordat ik wel vaker in dit koude kikkerlandje was geweest, waren triviale dingen als het reizen met de trein me niet onbekend, vond ik de kou eigenlijk wel lekker en was de cultuurshock niet AL te groot. Dat gold zeker niet voor iedereen. Dat ik al wel eens in Nederland was geweest, hielp enórm. Niet iedereen had en heeft die luxe. De meeste studenten die van de Cariben naar Nederland verhuisden, deden (en doen) dat met de hulp van verschillende organisaties die ondersteuning bieden bij een hoop van ‘het geregel’. Van de inschrijving bij de gemeente tot aan huisvesting. Daar lag echter de crux. Studenten werden vooral bij elkaar geplaatst buiten de studenten- en studiesteden. Caribische studenten die in Leiden gingen studeren werden samen in huizen in Den Haag geplaatst. Ver van de universiteit en ver van de studentenverenigingen. Ver van ‘waar het gebeurde’. En als je niemand om je heen hebt die de omgeving en ‘way of living’ kent, blijf je hangen in het onbekende. Blijf je oncomfortabel. Blijf je vasthouden aan die vooroordelen en ongemakken. Geen wonder dat deze studenten niet konden (en blijkbaar kunnen) aarden! Dus ja, ik geloof heel erg dat het eerder kennismaken met Nederland een hoop verschil kan maken. Ik vind het heel fijn dat er geld wordt uitgetrokken voor een paar studenten om dit te kunnen doen. Om dit te testen. Maar gaan we het studiesucces van Caribische studenten in Nederland echt verbeteren als we van hetzelfde geld Nederlandse jongeren verzorgde tripjes naar het strand gaan aanbieden? Kijken hoe lang die realisatie dit keer duurt.

  • Dan maar dankbaar

    Thanksgiving. Nooit gevierd. Gratitude Journals. Nooit geschreven. Ik ben altijd heel goed geweest in zien wat er NIET goed ging. Alles kon beter, rechter, mooier en vollediger. Perfectionisme, noemen ze dat ook wel. ‘Vroeger’ vertelde ik met trots dat ik een perfectionist was. Perfectionisme betekende voor mij ‘altijd goed werk leveren’. De praktijk leerde me – na héél vaak in dezelfde kuil te vallen – dat die zin onvolledig is. Perfectionisme betekent het ‘altijd goed werk WILLEN leveren’, met belemmerend uitstelgedrag, afgeraffeld of laat ingeleverd werk en intense zelf-afgunst als gevolg. Was het werk qua kwaliteit dan slecht? Nee, zeker niet. In ieder geval niet naar maatstaven anders dan die van mezelf.* Nog steeds wennende aan de eerder voor mij kokhals-uitlokkende uitdrukking ‘goed is goed genoeg’ – of erger nog: ‘okay is goed genoeg’ – ben ik hier wel mee aan de slag gegaan: Ik deel verhalen op mijn blog die eigenlijk in Instagram-format geschreven zijn – IEK –, deel stories die ontZETtend lelijk zijn – pardon: die IK heel lelijk vind – en heb überhaupt een website online gezet voordat ik er blij mee was – wel al zeker 5 keer van stijl veranderd. Toch ben ik er nog niet, hoor. Ik had in september al een nieuw (ondernemings-) plan willen hebben, mijn hoofd en energie onder controle willen hebben en een hoop meer bereikt.** Dat is nog niet zo. En dat doet me toch wat. Dat brengt me weer bij de dankbaarheid: In plaats van boos blijven over wat ik niet heb bereikt, kan ik veel beter dankbaar zijn voor alle kennis over mezelf die ik de afgelopen jaren heb opgedaan. In plaats van verdrietig zijn over de vele mensen die ik afgestoten heb, kan ik veel beter dankbaar zijn voor de paar goede nieuwe vrienden die ik nu rijker ben. In plaats van me schuldig voelen over dat ik nu leef van geld dat ik (nog) niet zelf verdien, kan ik veel beter dankbaar zijn voor de ruimte die me gegund is om een deel van mijn leven opnieuw te doen. En daar kan ik rust in vinden. Voor zover het zijn van een prikkel-seeking ADHD'er dat toelaat. 😉 – * Ik ben op meerdere psychologen (intern) boos geworden omdat ze me vertelden dat mijn lat te hoog lag – Nee, die van de wereld ligt te laag! 😇

  • 17 en onwetend

    Op mijn 17e wist ik niet dat het afvallen waar ik zo goed mee bezig was een verslaving zou worden. Sonjabakkeren was net een werkwoord geworden en SAS-dagen waren om naar uit te kijken. Totdat ik me ook daar niet meer op verheugde. Ik raakte #verslaafd aan sport op een ‘op-gewicht-blijf-dieet’ en maakte m’n moeder op vakantie aan het huilen omdat we niet meer ‘even gezellig’ een wijntje konden drinken of een ijsje konden eten. Eenmaal in Nederland, als derdejaarsstudent en overijverig bestuurslid van m’n studievereniging, kwam ik niet meer toe aan sporten en ben ik andere manieren gaan vinden om te gaan compenseren. Ik kreeg #eetbuien, gooide het eten eruit, of probeerde een tijdje niets te eten als het ‘legen’ niet was gelukt. Wat vervolgens weer nieuwe eetbuien triggerde. Elf jaar later, rond mijn derde #burnout, bereikte mijn ongezonde relatie met eten het hoogtepunt. Ik functioneerde simpelweg niet meer doordat ik niets anders kon doen dan (aan) eten (denken). En dan heb ik het niet over puur lekker eten. Alles wat bulk had om me maar vol te voelen. En dan weer leeg. Ik kon niet meer werken, niet meer denken, niet meer met vrienden uit en ook thuis (niet) eten met m’n vriend bezorgde me stress. Het was toen dat een psycholoog er voor het eerst een labeltje op plakte: #boulimia. De term voelt nog steeds als iets dat niet bij mij hoort. Ik wist toen al dat het niet per se aan mijn #bodyimage lag. Eerder aan controle. Nu weet ik dat het eten voor mij een uitweg was van de realiteit. Een realiteit waarin ik niet gelukkig was met wat ik deed, ik niet voor elkaar kreeg wat ik wilde en maar vast bleef klampen aan de goede en verstandige dingen terwijl ik het negatieve en gevoelsmatige negeerde. Dat leidde me vervolgens tot het najagen van kortstondige positieve prikkels: (o.a.) Netflix en eten. Sinds ik me dat afgelopen jaar (2022) eindelijk pas ECHT realiseerde — het pas écht bij me doordrong — heb ik het roer omgegooid. Eindelijk was het tijd om mezelf volledig uit de sleur te trekken. En jeetje, wat is 2023 een jaar van verandering geweest!! 🙌💪🍀❤️☀️✨ En heb ik nog eetbuien? Nope!! 🍀 (In ieder geval niet de onbeperkte, functioneringsbelemmerende en schadelijke waarvan ik het idee heb dat ik ze moet compenseren. Soms heb je gewoon trek in veel. En/of zoet. En dat is okay. Blijkbaar had ik het dan nodig.*) Nu is het tijd om verder te werken en wennen aan een compleet nieuwe realiteit. 💪 💪 Let’s go!! ✨🚀 -- * Op het moment dat je rust in je hoofd hebt en dingen doet waar je voldoening uit haalt, wordt eten steeds minder een #copingmechanisme en steeds meer iets dat je nodig hebt. Zonder, of met een gezonde hoeveelheid stress, kan je veel beter luisteren naar waar je lichaam daadwerkelijk behoefte aan heeft.

  • Trouw (aan jezelf) zijn

    Niet dat ik zelf niet genoeg inspiratie heb om te schrijven (pff, kan het soms ff wat minder?), maar ik heb toch even de lijst met ‘Dagen van […]’ opgezocht. Vandaag is het onder andere ‘trouw-aan-jezelf-dag’ en dat sparkte heel veel meer conflicterende gedachten dan verwacht. Beginnend bij het begin: wat betekent trouw zijn eigenlijk? Afspraken nakomen. Wat betekent trouw zijn aan jezelf? Afspraken met jezelf nakomen. Wat betekent trouw zijn aan een ander? Juist. Kan je volgens die definitie altijd trouw zijn aan anderen als je altijd trouw bent aan jezelf? Betekent het cancelen van een afspraak, omdat je er geen energie voor hebt, dan dat je niet trouw bent aan de ander? Dit vraagt om een uitbreiding van de definitie. Trouw zijn aan jezelf, kan ook trouw aan een ander betekenen, zolang het niet ten koste gaat van diegene. Als je koffiedate prima een andere week koffie kan drinken, en misschien zelfs wel de extra tijd kan gebruiken, dan gaan jullie toch lekker een andere week koffie drinken? No harm done. En als een vriendin in de put zit, maar jij hebt net ook een harde tegenslag te verduren gehad, en je kiest voor self-care in plaats van langsgaan, wat je afgesproken had. Ben je dan ontrouw? Ben je dan gewoon een slechte vriend? Is dat hetzelfde? Als je kiest voor self-care [in plaats van andere afspraken nakomen], ben je dan ontrouw? Of gewoon een slechte vriend? Is dat hetzelfde? Dan hebben we nog Schrödinger*: als de ander niet weet dat je een afspraak niet nakomt, ben je dan ontrouw? Stel dat je een slipper maakt, terwijl je nog steeds van je partner houdt en je niet bij diegene weg wilt, en die partner weet van niets, schaad je de ander dan? Misschien niet direct** de persoon, maar de afspraken zelf wel. De relatie. De waarden die je claimde te delen. De basis van de trouw. Het vertrouwen. Dat geldt ook voor jezelf. Als je lang genoeg niet trouw aan jezelf bent, als je lang genoeg de afspraken met jezelf niet nakomt – waaronder self-care, maar ook eerlijkheid – dan schend je ook het vertrouwen in jezelf. En als je jezelf er niet op kunt vertrouwen dat je doet wat je met jezelf afgesproken hebt, heb je dan nog wel controle? Als je jezelf er niet op kunt vertrouwen dat je doet wat je met jezelf afgesproken hebt, heb je dan nog wel controle? En als er IETS is wat energie kost, is het gebrek aan controle. Ongerichtheid en onwetendheid. Onvoldaanheid door geen vinkjes te kunnen zetten. Dus laten we alsjeblieft al onze afspraken – die met jezelf en die met anderen – proberen na te komen. En over (de schending van) die afspraken communiceren. Geef het aan wanneer je tijd voor jezelf wilt pakken of wanneer je over je grens heen bent gegaan. Bespreek wat je dwars zit als je merkt dat je de afspraken met een ander niet na kunt komen. Want hoe eerder je erbij bent, hoe minder groot het wordt en hoe meer je de schade beperkt, voor alle partijen. Zowel in werk, als in persoonlijke relaties. I learned the hard way. Don't be like Fré. Please leer van Fré. 😉 #leermeemetfre * https://nl.wikipedia.org/wiki/Schr%C3%B6dingers_kat ** Uiteindelijk wel.

  • (Niet) netwerken

    Enthousiast in gesprek over bloggen, boeken uitgeven en redigeren, sta ik afgelopen zaterdag met een biertje in mijn hand in een van de prachtige zalen van De Zalen van Zeven in Utrecht. Met bijna tachtig (ex- en aspirant-) studenten hebben we net een inspirerend programma van de Schrijversacademie gevolgd en nu is het tijd om de ‘collega’s’ te leren kennen. Wanneer mijn tweede gesprekspartner haar laatste slok neemt en aankondigt naar huis te gaan, draai ik me om en ik weet niet wat ik zie. Waar ik verwachtte nog een volle zaal te zien met meerdere groepjes waar ik weer bij aan zou kunnen sluiten, kijk ik nu naar een lege zaal met daarin een handjevol bezoekers dat aanstalten maakt om hun jas te pakken. Ik kijk verward naar mijn horloge… 15:54… ‘De borrel duurde toch tot 17:00?’ ‘Yep.’ ‘…’ Dus een uur – laat ik even benadrukken: een UUR!! – voordat de – gratis* – borrel afgelopen was, was iedereen weg. Iedereen behalve de organisatie. En ik dus. Het was zeker niet de eerste keer dat ik als een van de laatsten op een feestje was. Sterker nog: ik heb héél vaak evenementen met de organisatie, hosts of het barteam afgesloten, waarbij ik altijd nog even netjes hielp met opruimen, en/of met een groepje nieuw-opgedane-kennissen een after pakte. Het was wél de eerste keer dat dit gebeurde zonder een groot deel van de bezoekers te hebben gesproken én zowaar een uur voor sluiting. Zo zonde! Als je anderhalf uur de tijd krijgt om nieuwe mensen te ontmoeten met een gedeelde interesse, waar je van kunt leren, mee kunt delen, je door kunt laten inspireren en misschien wel heel goed mee kunt klikken, waarom zou je dan vrijwillig tweederde van die tijd laten schieten? Als je anderhalf uur de tijd krijgt om nieuwe mensen te ontmoeten met een gedeelde interesse, waar je van kunt leren, mee kunt delen, je door kunt laten inspireren en misschien wel heel goed mee kunt klikken, waarom zou je dan vrijwillig tweederde van die tijd laten schieten? Opgroeiende op netwerkborrels – wegens ondernemende ouders, niet door een kinderdrankprobleem – heb ik heel vroeg de waarde van connecties leren kennen. Ik heb in een science- en ondernemerswereld mogen ervaren hoeveel moois er voortkomt uit het bij elkaar brengen van mensen met gedeelde interesses en uitdagingen. Mede daardoor weet ik ook hoe waardevol het is om niet alleen op puur-businessvlak met anderen te klikken. Zeker als je samenwerkingen aan wilt gaan. Daarom vond ik het zo jammer om te zien dat – ook al is de schrijverswereld een veel individualistischere – iedereen na een half uur al weg was. Hadden ze het niet nodig? Zouden ze de waarde van het netwerken nog niet genoeg kennen? Had de dag, met veel input en inspiratie, deze veelal introverte groep al genoeg energie gekost en was iedereen er daarom vroeg klaar mee? Of had ik als enige het über-efficiënt-telepathisch-netwerken-programma gemist, waardoor iedereen behalve ik oprécht klaar was. Dat kan natuurlijk ook. Gelukkig ken ik de organisatie nu beter. Die zal ik daar de volgende keer dan maar even voor aan de mouw trekken. * Bij de prijs inbegrepen, dus geen goed argument om niet te blijven ;)

  • Geen trek. Yay! Oh...

    Ik was altijd erg jaloers op mensen die me vertelden dat ze zoveel af waren gevallen terwijl ze ziek waren. Mijn eetlust verdween namelijk nooit. Ik bleef maar eten als een bezetene. Mijn trek bleef gewoon bestaan, ook al lag ik de hele dag in bed. Voor de energie? Om m’n lichaam te kunnen laten vechten? Hoe dan ook: ik kon het concept ‘geen hap wegkrijgen’ me echt niet voorstellen en ik kwam gewoon lekker aan als ik ziek was. Een papperig hoopje ellende. Tot nu, blijkbaar. Afgelopen week was het bij mij eindelijk zo ver. Ik had geen trek meer. Nul. Ik begreep het niet zo goed. Waar is die vraatzucht gebleven dan? Ik kon een hele dag doen op een bakje yoghurt met een banaan en wat muesli. Per ongeluk niet geluncht. Geen zin in avondeten. Huh? Gisteren heb ik wéér een dag gedraaid op slechts zo’n ontbijtbakje en een broodje. Na de lunch negen uur lang snotterend en niezend gehyperfocust op ontwerpwerk en geen zin gehad in avondeten. Aan de ene kant ben ik daar heel blij mee: ik heb eindelijk niet altijd trek! Aan de andere kant maakt het me bang. Bang, omdat ik me realiseer hoe fijn ik het weer vind om me ‘leger’ te voelen. Om na het – nog steeds reguliere – kneepje in mijn buikvet/-vel een gevoel van euforie te krijgen wanneer ik merk dat ik minder vast heb. De gevoelens te voelen die ooit mijn obsessie om weinig en übergezond te eten voedden. De gevoelens die leidden tot een eetstoornis. Het maakt me bang, omdat ik realiseer hoe fijn ik het weer vind om me 'leger' te voelen. Gelukkig weet ik nu dat mijn lichaam heel veel kan hebben en veel kan genieten. Dat ik slechts sport om fit te blijven en omdat ik het leuk vind. Dat wat er aan komt, heel vaak gewoon vastgehouden vocht is en er ook zo weer af gaat. Gelukkig weet ik dat m’n behoeften gedurende m’n cyclus veranderen. Dat ik geen eetbuien krijg als ik mezelf niets ontzeg, en dat ik die behoefte kan beperken door dingen te doen waar ik echt voldoening uit haal. En gelukkig weet ik dat mensen – inclusief ikzelf – me er prima goed uit vinden zien. Zou ik soms nog strakker willen zijn? Sure. Sta ik daarom nog steeds vrijwel dagelijks en profil in de spiegel om te kijken hoe mijn buik eruit ziet? Ja. Bestaat er nog steeds een stemmetje in mijn hoofd dat ‘Goed bezig!’ roept als ik zie dat de omvang van mijn arm minder is geworden? Absoluut. Gelukkig ken ik mijn lichaam en hoofd nu beter. Toch weet ik ook dat ik niet mag klagen (dit wordt me dan ook maar al te vaak verteld – stof voor een ander verhaal) en dat ik héél erg blij mag zijn (en ben) met dat ik eindelijk rust genoeg heb om naar mijn lichaam te luisteren. Om intuïtiever te eten. Dat ik eindelijk eens geen trek heb en dat dat okay is. Zolang ik maar weer wel ga eten op het moment dat die trek terugkomt. Knor knor. Fiew! It’s time.

  • Ziek lekker uit

    Ik draai me stijfjes om en kijk met zware ogen naar de cijfers op mijn nog donkere wake-up light. 1:53. Shit, daar gaan we weer… De laatste tijd had dit prima mijn per ongeluk te late bedtijd kunnen zijn; als ik weer eens te lang in een serie, boek of website-update was blijven hangen. Dit keer lig ik echter al vier uur onder de dekens. Niet alleen omdat ik om 7:00 een afspraak heb, maar ook omdat mijn lichaam vanavond al vroeg aangaf dat het klaar was. Eerder op de dag had ik al verschillende mensen gewaarschuwd dat ik verkouden aan het worden was – doe ik post-COVID standaard – maar dat ik me nog prima voelde en dat het wat mij betreft niet per se nodig was om afspraken te verzetten; tenzij zij zich daar niet comfortabel bij voelden. Nu, om bijna 2:00, denk ik daar, met spontaan pijnlijke gewrichten en een schrale, vollopende neusholte, toch ineens heel anders over. Ik word weer eens echt ziek. Ooit reageerde ik heel verontwaardigd op de opmerking van een vriend dat ik altijd ziek was. ‘Nee, helemaal niet,’ verdedigde ik dan, ‘dat valt echt wel mee!’ Later realiseerde ik me dat dat niet zo meevalt. Ik ben ontzettend vaak verkouden ('ziek') en pak eigenlijk altijd wel alle virusjes mee (drie keer gevaccineerd, drie keer flink corona, bijvoorbeeld). Hoeveel ik mijn immuunsysteem ook train door niet altijd panisch-steriel te handelen, toch uit ik vaak wel enige (en/of zwaardere) symptomen als er weer eens iets heerst. Ik deed er vroeger alleen niets mee. Doorgaan, doorwerken, niet aanstellen. Geen tijd nemen om uit te zieken. COVID heeft waarschijnlijk wel geholpen bij het luisteren naar klachten en het niet met de gebruikelijke stoomtreinvaart doorgaan. Voornamelijk voor anderen: misschien heeft mijn afspraak een evenement deze week waar die echt scherp voor moet zijn? Misschien zit deze persoon wel in een cruciaal punt in hun* onderneming en kunnen zij die ziekte nu niet gebruiken? En hoewel ik altijd tegen een ander zal zeggen ‘maakt niet uit joh, ziek lekker uit, doe rustig aan’, voel ik me zelf een ontzettende slappeling als dat tegen mij gezegd wordt; al helemaal wanneer ik er naar luister. Vooral omdat ik blijkbaar ‘zo vaak ziek ben’. Ik voel me een ontzettende slappeling als iemand 'ziek lekker uit' tegen me zegt. Al helemaal wanneer ik ernaar luister. Inmiddels weet ik in ieder geval dat ‘s nachts wakker worden voor mij echt slecht nieuws betekent: ik ben echt ziek aan het worden. Dus luister ik daarnaar. Nog steeds voornamelijk voor anderen, maar inmiddels ook een beetje voor mezelf. Want met hoeveel tegenzin ik ook luister naar het uitziek-advies dat ik zelf anderen ook zou geven: het zonder wekker uitslapen en me verder focussen op activiteiten die mijn futlozere lichaam en geest juist meer energie geven, zorgt toch voor sneller herstel. Misschien, als ik lang genoeg niet ‘doorstoom’, kan ik ooit terecht verontwaardigd zeggen dat ik helemaal niet zo vaak ziek ben. (Tenzij het ligt aan dat ik een maand te vroeg geboren ben. Maar hè? Dat zien we dan wel weer. ;) ) -- * Ik weet dat het woord 'persoon' mannelijk is en ik dus 'hij' en 'zijn onderneming' moet gebruiken. Toch voelt het verkeerd. The 'woke bug' got me too.

  • Waterballet

    Terwijl ik in de koele, Oostenrijkse buitenlucht aan een splinterrijke picknicktafel zit, voel ik de warmte van zowel een waterig zonnetje, als een klein krullenbollenhondje dat zich nu al een halfuur op mijn schoot thuis voelt. Zijn baasjes zijn een stuk wandelen met hun andere, minder bange pluizenbol en daardoor heb ik vandaag een heerlijk middagje me-time, inclusief deze schattige, schuwe schootwarmer. Glurend naar het glooiende groen, hoor ik vooral het rustgevende geruis van de kabbelende beek die langs de stevige tafel stroomt. Het blijkbaar populaire bergpaadje langs dit sussende smeltwater, is nu al een tijdje hikerloos. Dus afgezien van een incidenteel zuchtje van mijn kroelige, krul-rijke kruikje, hoor ik al even niets anders dan het geluid van puur waters geweld. Met gesloten ogen bedriegt mijn brein me echter. Dan hoor ik werkelijk wervelende wind naast het wilde water. Maar iedere keer dat ik opkijk, hangen alle takken stil. Het voelt als een geanimeerd spelletje Anna-Maria-Koekoek: ik tel af met mijn doppen dicht, hoor het hevige geritsel van bewegende bomen, en wanneer ik mijn ogen open, staan ze roerloos – beter dan de menig kind waar ik het spel ooit mee speelde. Toch gaat het gewelddadige geluid door. Kijkend kan ik verklaren dat de bronnen de beekjes zijn, die langs beide zijden van het huis glijden en zich verderop samenvoegen. Beeldloos blijft mijn brein de werkelijkheid vervormen naar een wild gewaai. Een concept dat ik sinds mijn kindertijd goed ken. Ik denk plots aan het smoezen over imposter syndrome en het oreren over onterechte onzekerheid. Het jezelf welke waardering dan ook niet waard wanen en succes toekennen aan samenspel. Ik vertelde een vriendin hoe godvergeten goed ze is, hoe moedig en hoe mooi. Het bizarre bleek: met ogen open was haar waarde haar wel degelijk duidelijk. Gesloten schoot ze terug naar vroegere tijden, waar ze mateloos moest motiveren en nooit genoeg neigde te zijn. Dat is wat ze leukweg op lage leeftijd leerde. Dat was haar wilde gewaai. Dus lieve vriend(in)(nen), in ‘t kort gezegd: Als je jezelf weer opzij zet, denk dan: de wind blijkt soms een waterballet.

  • Nee.

    Het is bijzonder hoe we een van de woorden die we als peuter – tot groot ongenoegen van onze ouders – maar al te graag riepen, als volwassenen soms erg moeilijk vinden om te gebruiken. Drie letters, die we ooit gemakkelijk inzetten als protest tegen groenten, douchen of naar bed gaan, durven we nu vaak niet te noemen als we gevraagd worden om over onze grenzen heen te gaan. Extra uren draaien op werk, gaan stappen terwijl we veel te moe zijn, of weer onze studietijd verplaatsen omdat er een kaartje over is voor een middagvoorstelling. ‘Beter voor de zaak’, ‘fear of missing out’ of ‘zonde van het geld’. Wat het excuus ook is, ‘nee’ is vaak toch gewoon het gezondere antwoord. Tuurlijk moet je niet altijd in je comfortzone blijven zitten en moet je op sommige dingen hartstikke hard ‘ja’ zeggen. Op die kans om in het buitenland te werken omdat je daar altijd al van droomde, op de uitnodiging om 50 kilometer over een strand te lopen omdat het je al jaren niet lukt om met de vierdaagse mee te doen, op die net wat duurdere opleiding waar je al heel lang naar hunkert, omdat je daar stiekem meer mee zou willen doen. Als het bijdraagt aan je doelen of wensen, en het niet schadelijk is: ga ervoor. Heb je geen doelen of wensen voor jezelf geformuleerd? Doe dat dan eerst. Stiekem weet je namelijk wel waar je goed op gaat. En waar niet op. Dus wat zeggen we de volgende keer dat je een vraag krijgt om iets voor jezelf opzij te zetten voor een ander, of om iets te doen wat tegen je gevoel en doelen ingaat? N… ja, goedzo: ‘Nee.’

Frédérique.

 Cheers! 

Alles voor een goede beleving
  • LinkedIn
  • Instagram

©2024 door Frédérique de Paus met behulp van Wix.

bottom of page