top of page

Ik zoek specifiek het woord...

52 results found with an empty search

  • Daten

    “En?! Ben je alweer aan het daten?” Het verbaast me nog steeds hoeveel mensen dit me met een nét te grote grijns vroegen, nadat ik ze vertelde dat mijn relatie van vijf jaar uit was. Niet hoe het met mij ging, of wat mijn plannen waren, maar of ik alweer aan het daten was. Zo vertelde een net-gescheiden kennis me laatst ook dat het best stressvol was om aan een nieuwe business te werken, te verhuizen én nog te moeten daten. Te móéten daten. Móéten we tegenwoordig (nog steeds) daten? Is het (nog steeds) niet okay om single te zijn? Om te focussen op jezelf? Aan het gezicht van een getrouwde die je vertelt dat je even aan jezelf wilt werken en geniet van het alleen zijn te beoordelen wel. Een ongeloof, misschien wel minachting en medelijden. Óf jaloezie? Want jij als single hoeft namelijk geen rekening te houden met een ander als het gaat om vakanties of avondeten, het huishouden of wat voor kleur je op de muur smeert. Je hebt de vrijheid om je eigen ding te doen, wanneer je dat wilt. Dus nee, ik ben niet alweer aan het daten. En meid, focus even op jezelf, je business en je verhuizing. Als die staan, heb je veel meer rust om op zoek te gaan naar iemand met wie je aan de eettafel kunt bespreken waar de volgende vakantie heen zal gaan. Maar date eerst even jezelf. Misschien vind je daar nog wel een leuke match in. Dit stuk is het resultaat van een opdracht om in een half uur en in max. 250 woorden een stuk 'voor de Linda' te schrijven. ;)

  • 'Ik heb al een boek'

    Een teleurgesteld kinderstemmetje piept van onder de kerstboom: ‘Ik heb al een boek…’ Ik ben vijf jaar en ik realiseer me dat het cadeautje dat ik net grondig heb bevoeld om te kunnen raden wat het is, alwéér een boek is. Ik wilde zo graag dat elektrische autootje, en die microfoon, en dat barbiehondje. Maar nee, weer een boek. Daar heb ik er toch al meer van? Meer heb ik toch niet nodig? Ik lees toch nooit. Ineens word ik met een ruk naar 27 jaar in de toekomst geteleporteerd. Een beetje van mijn stuk kijk ik om me heen: een donker dakterras, met als enige bron van licht een laptop op mijn schoot met een knipperend streepje op een leeg, wit scherm. Het is 23:25 en ik heb om 00:00 een deadline. Of ik voor mijn schrijfopleiding een column wil schrijven naar aanleiding van een analyse van twee columnisten die me in een bepaalde zin raken. En er komt niets in me op, want ik lees nooit… Ik schiet weer terug naar het kersttafereel met het onuitgepakte boek in mijn nog kleine handjes en kijk in de hoopvolle ogen van mijn moeder. ‘...maar ik ben er erg blij mee en ik zal meer gaan lezen, mama. Misschien wil ik later wel schrijver worden.’

  • Frikandelbroodje

    Ik neem, terugwandelend van de supermarkt, een hap van een frikandelbroodje wanneer ik hoge witte cowbowboots de hoek om zie komen. Stijlvolle boots met daarin supermagere bruine beentjes, en erboven een stijlvol zwart rokje, oversized wit spijkerjack over een cool t-shirt, afgemaakt met een mooi – iets bleker en bepoederd – koppie met betoverende lichte ogen. De stijlvolle, jonge, magergebeende eigenaresse van de cowboyboots en ik hebben beiden muziek op, dus we groeten elkaar niet echt. We hebben elkaar wel opgemerkt. Net voordat we elkaar passeren, raken onze blikken elkaar heel kort, waarna zij schichtig in omgekeerde richting een scan van mij maakt. Van mijn ogen, direct naar mijn dijen. Dit gebeurde heel vluchtig, maar toch duidelijk observerend genoeg, voordat ze haar lichtblauwe ogen weer zenuwachtig op haar telefoon richtte. Ik weet niet waarom, maar ik had die scan van mijn benen verwacht. En dat terwijl mijn wijde zwarte trui, die ik aan had boven een zwarte korte broek, opvallend bezaaid was met verloren vlokjes bladerdeeg. Ik had tenslotte haar benen ook bekeken. En beoordeeld. Ik had haar stelten inmiddels bestempeld als mager en niet dun. Want dun is het wanneer je niet te veel vet op je botten hebt zitten en mager is het wanneer je te weinig vet op je botten hebt zitten. Wanneer je ziet dat je vel zich leeg voelt. Wanneer je lichaam is gestopt met bepaalde processen in een poging om je in leven te houden. Maar dat is mijn mening. Mijn mening die gevormd is door het hebben en hebben overwonnen van een eetstoornis en een sportverslaving. Ik had ten slotte haar benen ook bekeken. En beoordeeld. Ik weet helaas hoe het is om naar andermans dijen te kijken en denken ‘uch, waarom heb ik niet zulke gespierde benen’, ‘uch, waarom blubberen haar benen niet, ‘uch, waarom hebben alle andere mensen wel een thigh gap’. Ik weet daardoor ook dat ik me niet onzeker hoef te voelen door de dij-blik van deze jaloersmakend goed gestileerde en geoogde cowboyboots. Ze zal vast een mening gehad hebben over het feit dat ik er als een slons bij liep, met mijn saaie, make-uploze, onsmakelijk met bladerdeeg bezaaide outfit, maar de blik op mijn dijen had niets met mijn dijen te maken. Die had te maken met die van haar. Mijn stevigere bovenbenen dienden slechts als vergelijkingsmateriaal, om te kijken of die meer of minder trilden dan die van haar, hoe dit formaat staat bij zo’n korte broek, en of die van haar nou wel of niet dunner waren. Terwijl ze me voorbij loopt, neem ik nog een hap van de bladerdeegbom en ben ik blij dat ik dit spul tegenwoordig mijn guilty pleasure mag noemen. Ik ben blij dat ik tegenwoordig rustig op een bank kan zitten zonder stiekem buikspieroefeningen te doen en dat ik koffie met melk kan drinken zonder me daar schuldig over te voelen. Ik ben blij dat ik inmiddels weet dat mijn lichaam 72,5 kilo een fijn gewicht vindt, en dat ik om dat te behouden – met mijn gemiddelde mate van activiteit en 1 meter 78 – eigenlijk nooit borrels of happen waar ik zin in heb, hoef te laten staan. En ik ben blij dat ik geen drang om te bingen of sporten meer krijg bij het zien van een thigh gap, omdat ik weet dat mijn lichaamsbouw het op geen enkele manier toe gaat laten om een thigh gap te hebben én gezond te zijn. (Lang leve langere korte broekjes die gezonde beentjes geschuur helpen besparen.) Ik weet dat mijn lichaamsbouw het nooit toe gaat laten om een thigh gap te hebben én gezond te zijn. Dus lieve cowboyboots, wat wens ik je deze zelfde rust en tevredenheid toe. Deze kennis van je eigen lichaam. De inzichten die er hopelijk toe leiden dat je boots in de toekomst iets minder leeg zullen zijn en dat je geen verkeerd-gekleurde make-up meer nodig hebt om je uitgehongerde wallen te verbergen. Dat is het enige dat je nodig hebt om ook van binnen net zo hard te stralen als je kleding en je prachtige ogen dat van buiten nu al doen. Dat, en misschien een frikandelbroodje.

  • Gek van de chaos

    AAAARGH, MIJN HOOFD! Ik produceer zoveel verschillende ideeën en daarmee zoveel (gedachte) woorden per dag, per uur, per minuut, dat ik er zelf vaak gek van word. Ik verlang dan bijna weer naar de tijd dat ik ADHD-medicatie slikte. Toen ik voor het eerst artikelen van begin tot eind (!) kon lezen zonder afgeleid te raken (!) of in slaap te vallen (!) en ik gewoon aan IETS kon beginnen zonder vast te lopen door de vele racende en botsende opties in mijn hoofd. Maar dan herinner ik me het gebrek aan creativiteit en het deel van mijn hoofd waar ik niet bij kon terwijl de ‘dex’ werkte, èn de hoofdpijn èn de extra chaos op het moment dat het focusmiddel weer uitwerkte. ‘Ieder foordeel hep se nadeel,’ zeggen ze dan, toch? De voordelen mis ik nu wel echt. De nadelen mis ik alleen écht niet. Soms verlang ik bijna weer naar de tijd dat ik ADHD-medicatie slikte. Door de opleiding columns-schrijven weet ik dat het helpt om korte verhalen over één onderwerp te schrijven. Yes. Maar terwijl ik net weer aan het schrijven ben over één onderwerp, komen er zes andere naar boven. Die allemaal met elkaar te maken hebben, maar eigenlijk ook prima te scheiden zijn. Meer materiaal! Yay! Maar dan moet je je later wel herinneren wat die andere onderwerpen ook alweer waren. Dus schrijf je ze op. En dan zit je ineens met zes halve verhalen. Waarna je geen puf meer hebt om er ook maar eentje af te maken omdat je al je energie al in die halve stukken hebt gestopt. ‘Maar zo heb je wel veel onderwerpen waar je over kunt schrijven!’. Ja… Ieder nadeel hep ook se foordeel... Dus neem ik maar even een pauze. Misschien lukt het straks om een van de zes onderwerpen uit te werken. Het meta-stuk is in ieder geval gelukt.

  • Vals

    ‘Vaaaahahahaaaaahahahaaaahahahaaaahahahaaaaals’, galmde het afgelopen week onophoudelijk door mijn hoofd. De skit van ‘Even tot Hier’ op basis van de valsgezongen Nederlandse songfestival-inzending van dit jaar had me duidelijk niet alleen doen huilen van het lachen, maar ook een oorwurm verzorgd. Èn wat boosheid. Hoe onbelangrijk het onderwerp ook is, ik merkte toch dat ik érg teleurgesteld was in het songfestivalsongkeuzesysteem. ‘Falers!’ Het was pas een paar dagen later toen ik het originele, opgenomen nummer voor het eerst hoorde – práchtig, en mínimaal zo catchy – en nóg een paar dagen later toen ik de mini-docu over de beleving van de zangers zag – herkenbaar. En ik schaamde me. Ik schaamde me omdat ik had gedaan waar ik een hekel aan heb: ik had nare dingen geroepen naar aanleiding van één nieuws-item zonder het hele verhaal te kennen. Nu ging het slechts om het afkraken van twee zangers op basis van één live-performance en niet om het discrimineren van alle mannelijke CEO’s door een paar grensoverschrijdende individuen, of het afschilderen van alle vrouwen als lui omdat context-loze statistieken aantonen dat zij zoveel parttime werken, maar toch. "Ik schaamde me omdat ik had gedaan waar ik een hekel aan heb..." Als ik éven stil had gestaan bij of ik hun situatie kon begrijpen, als ik niet direct op oordelen en roepen over was gegaan, had ik zowel mezelf als anderen niet-onderbouwde boosheid kunnen besparen. Dan had ik mensen kunnen uitleggen dat zingen met een slecht-ingestelde in-ear echt heel lastig is. Dan had ik kunnen grappen dat een slechte generale een teken is van een goede voorstelling. Dan had ik vooral het belang van context op situaties kunnen benadrukken. Dus misschien is het je verdiepen in een slecht-gezongen songfestivalnummer zo onbelangrijk nog niet. Als meer mensen dit met dagelijkse dingen zouden doen, zouden we een veel vriendelijkere wereld hebben. Want onterechte polarisatie creëren door desinformatie, dát is pas vals.

  • Gelukkig

    “Ben je gelukkig?” Dat is de vraag die gisteren op het labeltje van mijn theezakje stond. Niet de gebruikelijke ‘Waar zou je niet zonder kunnen?’ of ‘Wat is je favoriete herinnering?’, maar ‘Ben je gelukkig?’ Poe. Wat een vraag… Zonder dat ik er erg in had, borrelde er een volmondig ‘Ja.’ in me naar boven… Die zag ik niet aankomen. Als ik dit theezakje anytime vóór de afgelopen weken gepresenteerd had gekregen, had ik denk ik niet dit antwoord kunnen geven. Ben ik eerder gelukkig geweest? Heb ik eerder de rust gevoeld die ik nu voel en ervaar als geluk? Is dit eindelijk geluk? "Is dit eindelijk geluk?" Was geluk niet het opgegroeid zijn met welvaart? Was geluk niet het altijd hebben van iemand die 100% achter je staat? Was geluk niet het hebben van zes vinkjes en het niet bewust missen van de zevende? Was het niet onterecht dat ik overspannen raakte terwijl ik het altijd zo gemakkelijk had? Was het niet onterecht om me ongeaccepteerd te voelen terwijl ik nog nooit ben afgewezen? Was het niet stom om altijd alleen maar anderen te helpen en zelf nooit om hulp te vragen? Ja, dat was stom. Want zo blijf je lopen voor anderen. En als je blijft lopen voor anderen, weet je niet wat je eigen pad is. En als je niet weet wat je eigen pad is, kan je geen grenzen aangeven. En als je geen grenzen aangeeft, lopen mensen er per definitie overheen. Inclusief jezelf. Hoe bevoorrecht je ook bent. Eindelijk snap ik het. Dus sinds kort ben ik klaar met het belopen van andermans paden; ik ben gestopt met standaard ‘ja’ zeggen en ben begonnen eindelijk gebruik te maken van de ruimte die me gegund is, zonder die vol te stoppen met andermans problemen. Ik heb mezelf bevrijd. En blijkbaar maakt dat gelukkig.

  • Z(onnebr)and

    Rumoerigheid. Rondrennende kinderen. Roodverbrande moeders die hun witgeneusde peuters commanderen te blijven staan terwijl verveeld wapperende armpjes ingesmeerd worden met een van mijn vetste, doch vriendelijke vijanden: zonnebrand. Zonnebrand: de zoetgeurende, zweterige zandlijm van hel. Ook wel: z(onnebr)and. De meestal bijkomende zachte zeelucht en het geluid van de gebroken golven maken de ervaring van de/het z(onnebr)and over het algemeen beter. Het zout dat je elke keer ook meelikt naast de chemische, schurende zoetheid, die je bitterlemon een marguerita-achtige ervaring geeft. Het ritmische geraas dat toch rustgevend werkt ondanks het gillende gespuis en de rondvliegende frisbees. Het in Nederland uitgestrekte groen als uitzicht, maar op mijn thuis-eiland beauties van blauwe baaien. (Waar ik de meeuwen niet mis. Dat gehak en gesnaai. Het vurig verdedigen van je verse – uiteraard met zand bezaaide – picknickproducten. Wegwezen.) Het gevoel van gezond, die zaligheid en zon, met je tenen in zand, dan wel. Dan voelt het zand veilig, je voeten verbergend onder een koele hoop die aan de buitenkant bijna kookt. Op die manier kan het dus zijn dat zelfs de/het z(onnebr)and een goed gevoel kan geven. Dan plakt het in mooie patroontjes, je afleidend van de dagelijkse dingen die je moet doen. Zoals die zoomcall waar ik nu in zit, terwijl ik mijn gezicht met tegenzin insmeer. Op dit terrasje in de stad, met m’n laptop en een koptelefoon die me afzondert van de in-de-zon-borrelende menigte om me heen, terwijl ik luister naar een online les en ik leer dat smaak van zonnebrand en cappuccino niet matchen. Die zonnebrand. Die vieze, doch mij beveiligende derrie die me doet denken aan het strand. Dit keer gelukkig wel zonder zand.

  • Allemaal excellent

    Dat we volgens het LAKS in de klas 'beste leerlingen' moeten gaan zeggen in plaats van 'jongens en meisjes' kan ik me prima in vinden. Zo galmt er sinds 2017 al 'beste reizigers' door alle stations in plaats van 'dames en heren', dus het werd best tijd. Nee, op die aanpassing is wat mij betreft niets aan te merken. Waar ik wel op aanga is het willen afschaffen van excellente scholen. Het niet meer keurmerken van scholen met bijzondere kwaliteiten. Het label zou onnodig zijn omdat we moeten streven naar dat alle scholen dat zijn. Excellent. Alle scholen excellent. Kan dat wel? Excellent ben je als je uitstekend bent, als je opvalt, als je erbovenuit steekt. Maar als we allemaal excellent zouden zijn, zouden we niet meer excelleren. Per definitie én praktijk. Want als iedereen opvalt, valt niemand meer op. Maar als niemand meer opvalt, hebben we dan nog wel behoefte aan verbeteren? Want nadoen is gemakkelijker dan voordoen. Maar als niemand het voordoet, waar moet je je dan aan optrekken? Als niemand je inhaalt, waarom zou je dan harder gaan rennen? "Als niemand je inhaalt, waarom zou je dan harder gaan rennen?" Dus laten we excellentie koesteren. Dan hebben we een voorbeeld om na te doen en hebben we een reden om te blijven verbeteren. En laten we dat belonen, want ook het excellente kind raakt uiteindelijk overspannen als je het niet de juiste aandacht geeft. Afbeeling van Brands&People (Unsplash). Hier: een sticker.

  • Toch sneu

    Ik betrap mezelf erop dat ik medelijden met hem heb. Hij, die me jarenlang slecht over mijn (non-) prestaties heeft laten voelen. Hij die – als je even ver terugredeneert – een van de (meerdere) oorzaken is van dat ik overspannen ben geraakt. Hij, die volgens persoonlijkheidstesten precies mijn tegenovergestelde is. Hij, mijn vader. Net als – volgens de testen – alles in ons zijn, staan we blijkbaar ook recht tegenover elkaar als het gaat om ‘de zin van het leven’. Een paar weken terug kwam hij ineens met de uitdrukking ‘dat kinderen krijgen het toppunt van geluk is’. Dit vond ik raar, gezien hij zich nooit bemoeid heeft met mijn opvoeding, ik nooit iets mocht zeggen en hij nu alleen maar teleurgesteld is in wat ik (niet) doe. Maar ik snap het nu beter. De disbalans van die uitspraak over kinderen en geluk, ten opzichte van mijn beeld van hem als narcist, werd weer rechtgetrokken toen hij me gisteren vertelde dat het om zijn onsterfelijkheid ging. Door kinderen te krijgen word je onsterfelijk. Via hen leef je door. Hij claimde ineens dat kinderen krijgen het toppunt van geluk zou zijn. Dit vond ik raar. Met mijn redenering dat slechts de helft van jezelf doorleeft in je kinderen, en dat er door een halvering per generatie uiteindelijk niet zo veel van je overblijft, en dat je legacy in de vorm van je naam op een gebouw en veel in het nieuws te zijn geweest veel meer sporen achterlaat, leek hij het niet eens te zijn. Of te willen zijn. Het voelde bijna alsof ik hem met mijn redenatie vertelde dat Sinterklaas nooit bestaan had. “Ja, maar ik had het ook anders moeten doen...” Huh? Die had ik niet zien aankomen. “Ik had ook meer kinderen moeten krijgen, dan had ik meer kans op het langer voortleven gehad.” Ah. Aww. Daar komt dat medelijden. Zijn nèt niet succesvol verborgen teleurstelling in zichzelf komt diep bij me binnen. Extra gezien de beelden en verhalen van mijn overleden broertje, te vroeg geboren zusje en andere miskramen even voorbij flitsen. Hij heeft echt zijn best gedaan. Maar het is hem niet gegund. En dan wil ik, zijn enige overgebleven kind, óók nog niet meewerken. Dat vind ik oprecht sneu voor ‘m. "Zijn nèt niet succesvol verborgen teleurstelling in zichzelf komt diep bij me binnen." Maar ik heb nèt geleerd om niet meer dingen puur voor anderen te doen, dus sorry paps. Probeer alsjeblieft blij te zijn met alles wat je zelf – en voor jezelf – hebt bereikt. Want dat is al best indrukwekkend. En ga ik ook proberen te doen.

  • Verliezen en toch winnen

    Het klinkt lullig, maar ik ben trots op mijn squashgedrag van tegenwoordig. Niet op mijn squashkunsten – want die zijn nog steeds belabberd – maar op mijn squashgedrag: hoe ik tegenwoordig omga met de sport. Ik ben namelijk op meerdere manieren uit mijn comfortzone aan het stappen. Mijn comfortzone van – pas op, dit gaat arrogant klinken – beter dan anderen zijn. Ho, ho, voordat je uit je slof schiet: laten we dit even in perspectief plaatsen. Van jongs af aan heb ik dingen altijd heel snel vrij degelijk gekund. Als ik iets probeer, lukt het me meestal wel. ‘Een alleskunner.’ Maar ik heb altijd één gebrek gehad: ik houd niet van oefenen. En al helemaal niet als anderen dit kunnen zien of horen. Dus ik heb altijd gehad dat als ik aan iets begon, ik vaak beter was dan anderen, om vervolgens snel ingehaald te worden door de oefenaars. En dan vond ik het niet meer leuk en stopte ik ermee. (Stoppen op je hoogtepunt, zeggen ze, toch?) Ik begin vaak beter beter dan anderen, om vervolgens snel ingehaald te worden door de oefenaars. Het ‘beter zijn dan anderen’ was dus altijd tijdelijk en gepaard met ontzettend ‘quittersgedrag’, maar zo heb ik wél ontzettend veel gedaan. Mijn sportrepertoire bestaat zo bijvoorbeeld uit hockey, golf, tennis, turnen, paardrijden, zeilen, windsurfen, zwemmen en ballet. Van deze lijst heb ik ballet wel ontzettend lang gedaan (hier was ik best prima in) en met zwemmen ben ik gestopt omdat er geen brevetten meer te behalen waren (negen was wel genoeg). Twee (drie?) jaar geleden kwam daar squash bij. Aangestoken door een bedrijfsuitje, ben ik met vriend en daarna collega blijven squashen. En dat ging best lekker! Dacht ik. Bleek het dat mijn toenmalige vriend heel erg lief voor me aan het spelen was geweest en dat mijn toenmalige collega (net als ik) gewoon netjes met tennistechnieken aan het spelen was. Maar hij werd wel steeds beter. En ik niet. Het squashen ging best lekker. Dacht ik. Normaal gesproken zou ik dan stoppen en iets anders zoeken, maar dit keer deed ik het anders. Ik besloot lessen te nemen (iek!). Én me aan te melden voor de squashladder (nóg meer iek!). Nu word ik ineens geconfronteerd met het feit dat mijn techniek helemaal verkeerd is en ik echt, maar dan ook écht, heel slecht speel. Ik ben aan het verliezen. En hard ook. Maar het is okay. Afgelopen jaar heb ik namelijk besloten mezelf meer uit mijn comfortzone te trekken, dus ik ben gaan oefenen. Door te lessen (niet overschatten, ik heb er pas twee gehad), door me ontzettend stom te voelen tijdens het alleen oefenen (vandaag voor het eerst gedurfd), en door keihard af te gaan tegen ‘echte’ squashers (tijdens het observeren en vragen om tips). Ik voel me een ontzettende sukkel en het is ontzéttend frustrerend, maar ik vind het toch nog steeds héél erg leuk. Ik ben aan het verliezen. En hard ook. Maar dat is okay. Of dit nu komt doordat ik van mezelf aan het winnen ben of doordat ik eindelijk ‘mijn sport’ heb gevonden, doet er niet toe. I’m gonna get you, b*tches (onder aan de ladder omdat ik realistisch gezien gewoon heel erg achterloop, maar dat is prima)! Wacht maar! Hier denk ik aan, en geniet ik van, terwijl ik naar huis loop langs het calisthenics-park, waar ik elke keer weer een sterke aantrekkingskracht naar voel. Ik durf alleen weer niet even een paar dips of pull-ups te proberen omdat er iemand anders er bezig is. ‘Nee, Fré, dat is je oude mindset, doe gewoon, het is maar één persoon,’ maar ik loop toch door. One thing at a time… I’m gonna get YOU later.

  • Taboe

    Ik voel me een beetje… awkward? Ja, uhuh, okay, naast dat ik inderdaad af en toe een beetje awkward ben, bedoel ik denk ik eigenlijk te zeggen dat ik me een beetje teneergeslagen voel. Én een beetje bemoedigd. Tegelijkertijd. Een beetje awkward dus. De intro van de podcast die ik nu aan het luisteren ben, luidt namelijk dat door taboes te doorbreken, door het onbespreekbare bespreekbaar te maken en door de juiste tools en mindset in te zetten, een droomleven voor iedereen mogelijk is. Ook al ben je met 5-0-achter begonnen.* Mooi. Nu zou ik me teneergeslagen kunnen voelen doordat ik eenzelfde insteek in gedachte had voor mijn eigen schrijfwerk en misschien ook wel podcast ooit. Maar dat is het niet. Dat is juist iets dat me bemoedigt: blijkbaar is hier behoefte aan. Iedereen heeft een andere insteek en eigen ervaringen, en zoals er meerdere merken wasmiddel bestaan, kan er prima nog een smaakje taboebespreking bij. Maar is ‘mijn taboe’ wel zo taboe? Na het in deze podcast horen van verhalen over mishandeling, verwaarlozing en verkrachting, vind ik het lastig om over de mogelijke redenen van mijn burn-out, eetstoornissen en laat-gediagnosticeerde ADHD te vertellen zonder me een aansteller te voelen. Vooral gezien ik juist met 5-0 vóór begonnen ben. Daar zit die teneergeslagenheid dus in: hoe vaak ik wel niet heb gehoord dat rijkeluiskindjes niet mogen klagen ‘omdat ze toch altijd alles krijgen wat ze willen’ en ‘omdat papa toch wel gewoon alles fixt’ en dat ze ‘geen idee hebben hoe de echte wereld in elkaar zit’. Tuurlijk zit daar soms iets in, en ja, meer vinkjes** hebben maakt een hoop dingen gemakkelijker – bewust of onbewust –, maar diezelfde vinkjes bieden écht geen garantie dat het goed met je gaat. Sterker nog: volgens mij zorgen ze ook dikwijls voor problemen. ‘Maar daar mogen we het niet over hebben.’ Ha, heb ik blijkbaar toch wel echt een taboe te pakken. – * Podcast (van) Open Up with Alice ** De Zeven Vinkjes van Joris Luyendijk: wit, man, hetero, gymnasium of vwo, universiteit, minimaal één welgestelde ouder, minimaal één in Nederland geboren ouder.

  • Huis breekt wet

    Ieder jaar, wanneer de thermometer éíndelijk laat zien dat het herfst is en de extra-trui-of-verwarming-twijfel weer toeslaat, voelt het beklimmen van mijn trap als het beklimmen van een berg. Niet doordat mijn longen het niet meer aan kunnen, maar doordat hoe hoger ik kom, hoe kouder het wordt. Natuurwetten zeggen dat warmte stijgt. Dat in ieder geval in een gesloten omgeving de temperatuur bovenin het hoogst is. Dat je op zolder de warmte in zou moeten lopen. In mijn huis worden die wetten in het najaar blijkbaar volledig verbroken. Ik ben alweer bijna trots dat, net als hoe ik niet volgens het verwachtingspatroon van de samenleving leef, mijn oude huis zich ook niet aan de standaard houdt. Dan realiseer ik me met koude vingers en een dubbele trui weer: ah, het is tijd om de ventilatieluikjes boven dicht te doen.

Frédérique.

 Cheers! 

Alles voor een goede beleving
  • LinkedIn
  • Instagram

©2024 door Frédérique de Paus met behulp van Wix.

bottom of page