Frikandelbroodje
- Frédérique de Paus
- Jun 8, 2023
- 3 min read
Updated: Oct 16, 2023
Ik neem, terugwandelend van de supermarkt, een hap van een frikandelbroodje wanneer ik hoge witte cowbowboots de hoek om zie komen. Stijlvolle boots met daarin supermagere bruine beentjes, en erboven een stijlvol zwart rokje, oversized wit spijkerjack over een cool t-shirt, afgemaakt met een mooi – iets bleker en bepoederd – koppie met betoverende lichte ogen. De stijlvolle, jonge, magergebeende eigenaresse van de cowboyboots en ik hebben beiden muziek op, dus we groeten elkaar niet echt. We hebben elkaar wel opgemerkt. Net voordat we elkaar passeren, raken onze blikken elkaar heel kort, waarna zij schichtig in omgekeerde richting een scan van mij maakt. Van mijn ogen, direct naar mijn dijen. Dit gebeurde heel vluchtig, maar toch duidelijk observerend genoeg, voordat ze haar lichtblauwe ogen weer zenuwachtig op haar telefoon richtte.
Ik weet niet waarom, maar ik had die scan van mijn benen verwacht. En dat terwijl mijn wijde zwarte trui, die ik aan had boven een zwarte korte broek, opvallend bezaaid was met verloren vlokjes bladerdeeg. Ik had tenslotte haar benen ook bekeken. En beoordeeld. Ik had haar stelten inmiddels bestempeld als mager en niet dun. Want dun is het wanneer je niet te veel vet op je botten hebt zitten en mager is het wanneer je te weinig vet op je botten hebt zitten. Wanneer je ziet dat je vel zich leeg voelt. Wanneer je lichaam is gestopt met bepaalde processen in een poging om je in leven te houden. Maar dat is mijn mening. Mijn mening die gevormd is door het hebben en hebben overwonnen van een eetstoornis en een sportverslaving.
Ik had ten slotte haar benen ook bekeken. En beoordeeld.
Ik weet helaas hoe het is om naar andermans dijen te kijken en denken ‘uch, waarom heb ik niet zulke gespierde benen’, ‘uch, waarom blubberen haar benen niet, ‘uch, waarom hebben alle andere mensen wel een thigh gap’. Ik weet daardoor ook dat ik me niet onzeker hoef te voelen door de dij-blik van deze jaloersmakend goed gestileerde en geoogde cowboyboots. Ze zal vast een mening gehad hebben over het feit dat ik er als een slons bij liep, met mijn saaie, make-uploze, onsmakelijk met bladerdeeg bezaaide outfit, maar de blik op mijn dijen had niets met mijn dijen te maken. Die had te maken met die van haar. Mijn stevigere bovenbenen dienden slechts als vergelijkingsmateriaal, om te kijken of die meer of minder trilden dan die van haar, hoe dit formaat staat bij zo’n korte broek, en of die van haar nou wel of niet dunner waren.
Terwijl ze me voorbij loopt, neem ik nog een hap van de bladerdeegbom en ben ik blij dat ik dit spul tegenwoordig mijn guilty pleasure mag noemen. Ik ben blij dat ik tegenwoordig rustig op een bank kan zitten zonder stiekem buikspieroefeningen te doen en dat ik koffie met melk kan drinken zonder me daar schuldig over te voelen. Ik ben blij dat ik inmiddels weet dat mijn lichaam 72,5 kilo een fijn gewicht vindt, en dat ik om dat te behouden – met mijn gemiddelde mate van activiteit en 1 meter 78 – eigenlijk nooit borrels of happen waar ik zin in heb, hoef te laten staan. En ik ben blij dat ik geen drang om te bingen of sporten meer krijg bij het zien van een thigh gap, omdat ik weet dat mijn lichaamsbouw het op geen enkele manier toe gaat laten om een thigh gap te hebben én gezond te zijn. (Lang leve langere korte broekjes die gezonde beentjes geschuur helpen besparen.)
Ik weet dat mijn lichaamsbouw het nooit toe gaat laten om een thigh gap te hebben én gezond te zijn.
Dus lieve cowboyboots, wat wens ik je deze zelfde rust en tevredenheid toe. Deze kennis van je eigen lichaam. De inzichten die er hopelijk toe leiden dat je boots in de toekomst iets minder leeg zullen zijn en dat je geen verkeerd-gekleurde make-up meer nodig hebt om je uitgehongerde wallen te verbergen. Dat is het enige dat je nodig hebt om ook van binnen net zo hard te stralen als je kleding en je prachtige ogen dat van buiten nu al doen. Dat, en misschien een frikandelbroodje.

Mooi!!