Twee destructieve woordjes
- Frédérique de Paus
- May 17, 2024
- 3 min read
Toen ik, zeg, drie jaar oud was, riep ik al heel vaak de twee woordjes die me tot op vandaag – dertig jaar later – blijkbaar ernstig in de weg hebben gezeten.
Twee woordjes die vaak initieel heel erg schattig worden gevonden in kinderen, maar heel irritant worden als ze te lang of te vaak worden gebruikt. Zeker wanneer ze ervoor zorgen dat je WEER machteloos staat te wachten en te laat op je afspraak komt als ouder, verzorger of oppasser.
De twee woordjes: SE’F DOEN!
Ofwel, in grotemensenwoorden: Zelf doen!
Zie je het voor je? Dat kind dat ruim een kwartier met zijn veters aan het klooien is omdat het – koste wat het kost – zelf deze monsterlijke taak wil volbrengen? Dat veel te lang met kleine vingertjes zit te pielen en prutsen om je vervolgens met trots en een grote grijns een mislukte semi-strik te laten zien? “Se’f 'daan!”
“Heel goed, heel goed. Helemaal zelf gedaan, ja.”
Kan het kind veters leren strikken als dit altijd door iemand anders wordt gedaan? Nee. Dingen leren lukt alleen als je er zelf mee aan de slag gaat. Het zelf probeert. Het zelf traint.
Helpt het om halverwege het gepruts geïrriteerd de veters uit de kleine vingertjes te trekken omdat het te langzaam gaat en je er nu wel echt klaar mee bent? Ja, wel voor jouw schema en zenuwen misschien wel, maar nee, niet als je zelfvertrouwen en een veilige leer- en experimenteeromgeving wilt creëren.
Kan het kind veters leren strikken als je nooit eerder hebt laten zien hoe het moet? Ja, misschien wel. Misschien heb je wel een klein genie dat dé nieuwe manier van veters strikken uitvindt. Een nieuwe uitvinder die de wereld volledig gaat veranderen door z’n out-of-the-box denken. Kan allemaal. Maar is het de snelste manier? Nee, waarschijnlijk niet.
Waarom denk ik dan (nog) steeds dat dat mogelijk is?
Kan een kind veters leren strikken als je nooit hebt laten zien hoe het moet? Waarschijnlijk niet (snel). Waarom denk ik dan (nog) steeds dat ik dat kan?
Deze week realiseerde ik me dat die se’f-doen-mentaliteit bij mij blijkbaar doorgeschoten is. Ik wil nog steeds alles zelf doen. Geen hulp. Zelf uitzoeken. Zonder dat anderen het weten. En vaak zonder voorbeeld.
Misschien gestimuleerd door een opvoeding waar aan de ene kant de veters vaak voor me gestrikt werden, en aan de andere kant vaak uit mijn handen getrokken werden. Waar aan de ene kant hard geroepen werd hoe goed ik het wel niet deed en aan de andere kant wat een teleurstelling ik was. Waar aan de ene kant ruimte was om te leren en proberen en aan de andere kant werd verteld ‘dat ik maar gewoon X moest doen’.
Blijkbaar moet ik weer opnieuw leren veters strikken.
Hoe ik daarachter kwam? Door te realiseren dat door alles constant stiekem zelf te willen doen, ik niet vooruit kwam. Door te realiseren dat mensen die vragen om hulp en ondersteuning veel verder komen.
Ik kwam erachter door eindelijk hulp te vragen. De juiste hulp te vragen. Door mensen op te zoeken die al hebben bereikt wat ik wil bereiken. Die kunnen wat ik graag wil leren. Die het voor kunnen doen, maar ook de ruimte geven om het zelf uit te proberen. En die hulp ook echt te accepteren.
Ik ben er nog niet, maar de realisatie dat alles volledig se’f doen belemmerend is, is al een hele grote stap. (Goed, hè? Helemaal se’f ‘daan!)
Dus hop. Daar gaan we. Terug naar de veterstrikacademie.

Succes op de veterstrik academie 🍀